NOLS
- Noord Ooster Lokaal Spoorweg
De
Winterswijkse fabrikant J. Willink is het spilfiguur bij de oprichting van de
NOLS. Hij had een plan gemaakt voor een spoorlijn van Delfzijl naar Zwolle via
Zuidbroek, Stadskanaal, Coevorden en Ommen, met zijtakken naar Almelo en Assen.
In 1890 werd een voorlopig concessie verleend en de plannen werden verder
uitgewerkt. Ook moest er een Spoorwegmaatschappij gevonden worden die de
exploitatie uit wilde voeren. De keus valt na een tijdje op SS. Nadat de gehele
overeenkomst ingediend was bij de staat weigerde de minister van Waterstaat zijn
goedkeuring hierover te geven, omdat op dat moment de spoorwegovereenkomst van
1890 van kracht was gegaan. Deze overeenkomst houdt in dat er naar gestreefd
wordt HSM en SS gelijkwaardige netten te geven. Men vond dat de HSM de
spoorlijnen maar moest exploiteren en dat de provincies een geldelijke bijdrage
moesten leveren. Toen deze bijdrage geweigerd werd, stelde de minister voor een
stoomtramnet aan te leggen, wat vervolgens weer protesten vanuit de provincies
opleverden. Willink bleef echter tot zijn dood voor een spoorlijn pleiten en in
1899 werd uiteindelijk concessie verleend voor de spoorlijn. In mei 1899 werd de
NOLS opgericht, een paar maanden na het overlijden van Willink.
De
lijn wordt geopend op 5 januari 1910. In 1912 rijden er tussen Zuidbroek en
Delfzijl vijf treinen.
Op
de lijn waren de volgende stations en halteplaatsen te vinden.
Van
1908 tot 1915 was er een spooraansluiting nabij Zuidbroek dorp naar de zanderij
te Zuidbroek.
De
eerste jaren wordt er redelijk veel gebruik gemaakt van de nieuwe
spoorverbinding. Waarbij een hoogtepunt in 1914 bereikt wordt. Als na een aantal
jaren de dienstregeling veranderd wordt zien we het aantal reizigers afnemen.
Het niet meer goed op elkaar aansluiten van de treinen in Zuidbroek leidt ertoe
dat het aantal reizigers nog meer afneemt. Waarna de NS besluit nog minder
treinen te laten rijden. In Zuidbroek moet men in die tijd rekening houden met
overstappen van meer dan een uur. In een brief van de gemeente Noordbroek uit
1922 wordt dan ook gepleit voor een verbetering van de dienstregeling, zodat
weer meer mensen de trein zullen nemen. De burgemeester van de gemeente
Noordbroek schrijft daarin het volgende.
"Geen ingezetene van Noordbroek, die
zich heeft te begeven naar Winschoten of Stadskanaal of die richtingen, wanneer
hij de beschikking heeft over een fiets of ander vervoermiddel, zal te
Noordbroek in de trein te stappen, maar den voorkeur geven aan Zuidbroek,
teneinde tijdsverzuimen van meer dan een uur zich te besparen."
De
eerste jaren rijden er getrokken treinen op de lijn, maar vanaf de winterdienst
van 1929 verschijnen er ook de motorwagens omBC 1904-1910 (en later omBC
1901-1903). In 1934 wordt de dienst op het traject opgeheven. Het traject
Zuidbroek-Weiwerd wordt in 1936 opgebroken, Weiwerd-Delfzijl in 1942 (het
Woldjerspoor maakt tot deze tijd nog gebruik van deze verbinding). De splitsing
in Delfzijl heeft er waarschijnlijk tot in de jaren 60 gelegen tot de
provinciale weg tussen Groningen en Delfzijl aangelegd werd.
De
stationsgebouwen op deze lijn zijn reeds allemaal verdwenen, slechts aan enkele
straatnamen en fietspaden word aan deze spoorlijn herinnerd. Van Nieuwolda tot
Weiwerd ligt nu een weg over het tracé van de spoorbaan.
Restanten
van deze lijn zijn terug te vinden in Zuidbroek (brugwachterswoning), Noordbroek
(nevengebouw), Farmsum (brughoofd over het afwateringskanaal) en Delfzijl
(brughoofd over het eemskanaal).