|
het geheel van poten en / of draagconstructie moet in een (personen) auto passen |
|
het station met pootconstructie moet door maximaal twee personen op te bouwen zijn, maar alleen moet ook zonder al te veel moeilijkheden kunnen |
|
het aantal poten moet zo beperkt mogelijk zijn |
|
de draagconstructie moet gezien de breedte van de modules en de opbouwhoogte zo breed mogelijk zijn
de poten mogen i.v.m. hinder niet buiten de modules steken |
|
de poten en / of draagconstructie moet universeel (d.w.z. onderling uitwisselbaar zijn), poten of andere constructiedelen hebben geen vaste plaats in het arrangement |
|
er moeten op simpele wijze attributen bij het station gemonteerd kunnen worden zoals FRED en wagenkaarten houders |
|
bij het samenstellen van het station en het plaatsen van het station in een
(Fremo) arrangement mogen er geen krachten op de modules (kopwanden) optreden |
|
het geheel moet makkelijk te verplaatsen zijn |
Er zijn nog wel een aantal dingen die een rol spelen maar dit zijn de meest belangrijke om tot een goede constructie te komen. Ervaringen en een beetje rondkijken op het Fremo treffen in Hoorn hebben mijn definitieve keuze bepaald. Na het bekijken en het meehelpen demonteren van de pootconstructie van het station Dieren heb ik mijn ontwerp daarvan afgeleid.
De modulebakken worden per twee stuks op een draagconstructie die bestaat uit twee identieke poten en twee op een vaste hoogte aan de poten gemonteerde liggers geplaatst. Zo ontstaan er vier “tafels” met op elke “tafel” twee modules. Per tafel kunnen de modules onderling zowel mechanisch (bouten) als elektrisch gekoppeld worden. Ook het onderling indien nodig op de juiste hoogte stellen van de modules kan per tafel gebeuren. Omdat de modules per twee door mij gebouwd zijn en ook op deze manier een plaats vinden in het station geeft dit eigenlijk geen problemen. Door nu de tafels in de juiste volgorde achter elkaar te zetten wordt het station samengesteld. Voor het gedeelte met het tractiedepot kon ook een dergelijke tafel worden gebruikt, is echter alleen de lengte van de liggers anders gekozen. Het eerste deel van de stationsmodules vanaf het tractiedepot tot en de module naast de goederenloods vindt op deze manier een plaats op in totaal 4 identieke tafels. De overgang van het Fremo Ho E96 profiel naar het stationsprofiel vindt plaats op een vijftal modules die allemaal anders van afmetingen zijn. Om zowel de aansluiting naar Appingedam als Weiwerd te kunnen realiseren heb ik een splitsingsmodule gebouwd (zie verslag in het vorige clubblad). Daarna volgt een module met dubbelspoor met de afmetingen 120 x 50 cm, terwijl op de volgende drie modules van 120 cm de breedte oploopt van 50 naar 80 cm om op de breedte van de stationsmodules uit te komen. Voor de laatste twee overgangsmodules (van 60 naar 80 cm breed) heb ik besloten een aangepast model van een “tafel” te maken door alleen de poten iets aan te passen. De lengte van de gebruikte liggers is gelijk aan die van de liggers die voor de stationsmodules gebruikt gaan worden. Voor de dan nog resterende drie modules twijfel ik nog tussen een soortgelijke tafelconstructie en een verbeterde uitvoering van de bij het collectief in gebruik zijnde poten voor het koppelen van de WPH modules. Omdat foto’s meer zeggen dan duizend woorden……..
Daar waar er nog twijfel was over de pootconstructie voor de resterende drie modules is er in de afgelopen maanden een besluit genomen. Zowel de module met dubbelspoor na de splitsing als de eerste verloopmodule van 50 naar 60 cm breedte hebben een plaatsje gevonden op een soortgelijke tafel als alle andere modules. De breedte van de tafel is op 50 cm bepaald. Daarmee liggen alle stationsmodules nu op tafels. Tot op heden is er nog geen goed alternatief gevonden voor de poten die van oorsprong voor de WPH modules werden gebruikt. Om deze poten toch te kunnen inzetten voor plaatsing onder bijvoorbeeld de splitsingsmodule heb ik al van deze “oude” poten de platen waartussen de kopschotten van de modules worden ingeklemd in de hoogte ingekort. Ook andere modules die volgens de Fremo H0 E’96 norm zijn gebouwd passen nu op deze poten. Een klein probleem bij deze poten blijft het degelijk koppelen van de modules middels bouten en (vleugel)moeren. Ondertussen, we schrijven medio april 2006, hebben we voor de WPH poten een goed alternatief gevonden. Een lichte constructie met twee staanders, onderling verbonden door stroken berkenmix triplex. Aan de bovenzijde bevindt zich nu nog één kopschot, met daarin gaten volgens de Fremo E’96 norm, en een lage nok van 10 mm over de breedte van de poot. Bij het opzetten van de baan kunnen de modules niet van de poot afglijden en het koppelen gaat nu een stuk beter omdat de modules samen tegen het enkele kopschot vast worden getrokken.
De opstelling met de tafelconstructie heeft zich al twee keer in de praktijk kunnen bewijzen. De eerste keer tijdens de Noordelijke ModelSpoor Dagen
(NMSD) 2004 in de Sorghvliethal te Veendam, waar het team van het omBC een grote stand had ingericht met een werkende modelspoorbaan met daarin, naast de stations van Delfzijl en
Tjugchem-Meedhuizen, een drietal vlak voor de beurs gebouwde bochtmodules en een groot
schaduwstion. In de stand werden ook diverse demonstraties verzorgd (zie ook: omBC in het openbaar). De tafels blijken door de grote breedte in de praktijk uiterst stabiel, hiernaast kunnen aan de draaglatten allerlei accessoires, zoals bijvoorbeeld Fap’s en wagenkaarthouders gemonteerd worden.
De tweede keer tijdens het Fremo Treffen in Hoorn 2006, afgelopen februari, waarbij opnieuw het gemak bewezen werd. Het opzetten is met twee man in een ogenblik geklaard, de totale lengte van het station (ruim 13 meter) in acht genomen. Ook de hoeveelheid losse onderdelen die de onderbouw vertegenwoordigd is door de tafelconstructies uiterst beperkt.
Dat deze methode goed voldoet blijkt ook wel uit het feit dat voor het Fremo Treffen nog een tweede station, namelijk
Zwinderen, van een soortgelijke pootconstructie werd voorzien en ook de stations van Loppersum en Appingedam ondertussen over dergelijke poten beschikken.
HB